Je bekijkt nu Wat vertelt de vragenlijst “Gedragsvermijding en Remmingen”?

Wat vertelt de vragenlijst “Gedragsvermijding en Remmingen”?

Binnen het Biomatrix theorie model (BMX) onderscheiden we 2 soorten processen.
1. naar binnen gerichte processen, het doel van die processen ligt binnen het lichaam.
2.naar buiten gerichte processen, hiervan ligt de doelstelling in het externe milieu, de buitenwereld van het lichaam. Het eerst heeft alles te maken met fysiologie en biochemie. Het tweede met gedrag. 

Door de samenhang die er is tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ vormt de Systeem Diagnostiek een ideaal platform voor een werkelijk integrale benadering van gedragswetenschappen en de fysiologisch/biochemische aspecten van de mens.

Een proces heeft namelijk altijd een richting en een doel. Daarom is motivatie als het gaat om gedrag ook zo’n belangrijk begrip. Het begrip is afkomstig van het Latijnse ‘movere’, dat ‘verplaatst worden’ betekent. Motivatie wordt gedefinieerd als: “in actie komen of gedrag vertonen dat op een bepaald doel is gericht”.

Op het platform MyHealth maken we daarvoor o.a. gebruik van de gevalideerde ‘behavioral avoidance/inhibition (BIS/BAS) vragenlijst. 

Menselijk gedrag wordt sterk beïnvloed door een delicate maar soms ongemakkelijke balans van activiteit tussen belonings- en strafsystemen in de hersenen. Over het algemeen worden activiteiten die plezierig of lonend zijn nagestreefd, terwijl activiteiten die leiden tot een negatieve uitkomst, worden vermeden. Is een doel gunstig, dan is het voordelig om het gedrag dat ertoe leidt te versterken; als het doel ongunstig blijkt te zijn, moet het gedrag ernaar worden onderdrukt en moet in de toekomst vermijdingsacties worden ondernomen. Een dergelijk signaleringssysteem lijkt te worden geleverd door centrale ‘belonings’- en ‘straf’-routes in de hersenen.

In de neurofysiologie van beloning spelen o.a. neurotransmitters als dopamine, noradrenaline, GABA, endogene opiaten, maar ook glucocorticosteroïden een rol. 

De neurofysiologie van straf wordt vooral geleid door acetylcholine, noradrenaline, serotonine (5-HT).

Wat betekent dit in de praktijk?

De BIS/BAS vragenlijst is een vragenlijst die bestaat uit 24 vragen en die ontwikkelt is om twee goed beschreven aspecten van motivatie in kaart te brengen: het systeem van gedragsremming (BIS: Behavioral Inhibition System) en van gedragsactivatie (BAS: Behavioral Activation System).

Bis-Bas scale
Voorbeeld Bis/Bas uitslag

BIS correspondeert met de motivatie om negatieve uitkomsten te vermijden. Een lage BIS score betekent dan dat de persoon in kwestie weinig of niet gevoelig is voor eventueel negatieve aspecten aan het streven naar een bepaald doel.

BAS correspondeert met de motivatie om een bepaald doelgericht gedrag te vertonen.

Er zijn sterke argumenten om te stellen dat dopamine een belangrijke neurotransmitter is binnen de neurochemie van beloning. Een gebrek aan motivatie, veel twijfelen en moeite om ideeen om te zetten in daden kan derhalve een indicatie zijn voor een verlaagde dopamine gevoeligheid. Dit kan ook de grondslag leggen voor allerlei verslavingen. Door de verhoogde drempelwaarde en het effect van een dopamine respons in het beloningscentrum van de hersenen, kan er een voortdurende drang ontstaan naar die prikkels en daarmee een afhankelijkheid. 

Een ander aspect van beloning is verlichting van stimuli die als onprettig worden ervaren (negatieve beloning). Dit aspect lijkt hoofdzakelijk voor GABA activiteit te gelden. Een verlaagde GABA activiteit kan leiden tot angst en paniekstoornissen, gevoelens van inwendige spanning of opwinding, rusteloze gedachten, concentratie problemen etc. Het gebruik van alcohol kan, net als diverse psychofarmaca, activerend werken op bepaalde GABA receptoren waardoor deze negatieve gevoelens minder optreden.

Zo zijn er emoties gekoppeld aan noradrenaline, serotonine, corticosteroïden, endogene opiaten, acetylcholine, glutamaat e.a.

Voor een werkelijk integrale systeem behandeling kan het essentieel zijn om gedragstherapie te koppelen aan een herstel van de neurofysiologie die samenhangt met het gedrag. Het effectief behandelen van verslavingen zou o.i. altijd volgens deze integrale benadering plaats dienen te vinden omdat te vaak vergeten wordt dat de verslaving de betrokken persoon ook neurofysiologische ‘winst’ oplevert. Anders gezegd, het aanpakken van een verslaving die samenhangt met een verlaagde dopamine werking is veel effectiever als naast gedragsverandering ook de gevoeligheid van de dopamine-receptoren wordt hersteld.